Willem Elsschot

De volledige naam van Willem Elsschot is Alphonsus Josephus de Ridder. Hij schreef onder het pseudoniem Willem Elsschot. Hij was een Vlaamse romanschrijver en dichter. Hij schreef vooral proza en poëzie. Zijn beroep was reclameman. Hij was geboren op 7 mei 1882, in Antwerpen als zoon van een bakkersgezin.

Willem Elsschot werd voor het eerst in contact gebracht met zijn Nederlands leraar, de dichter Pol de Mont. Elsschot houdt absoluut niet van school en wordt wegens baldadigheid weggestuurd van het atheneum. Hij is even werkzaam als loopjongen voor Antwerpse firma’s. In 1903 haalt hij zijn diploma aan het Antwerpse Hogere Handelsinstituut. Daarna gaat hij werken voor een rijke zakenman in Parijs. Zijn ervaringen over een aantal huurders in een huis in Parijs verwerkt hij in zijn eerste roman Villa des Roses. In 1908 krijgt hij een baan in Schiedam. Vanaf 1912 werkte Elsschot voor een tijdschrif van zijn vriend, die later model stond voor een personage in Lijmen/ Het been. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was hij secretaris van het Nationaal Comité voor Hulp en Voeding in Antwerpen. In 1931 richt hij een reclamebureau op, dat tot zijn dood in 1960 blijft bestaan. Elsschot hield niet van de reclamewereld maar hij moest het wel doen omdat hij anders niet genoeg verdiende.

Na zijn overlijden kreeg hij een standbeeld in Antwerpen in 1994 en in 1999 werd het Willem Elsschot Genootschap opgericht. De belangstelling voor het werk van Elsschot verminderde dus niet.

 

Samenvatting Kaas 

Willem Elsschot heeft veel boeken geschreven. Een van zijn bekendste boeken is Kaas. Hieronder kun je een korte samenvatting lezen over het boek.

 

In het eerste hoofdstuk leer je Frans Laarmans kennen. Hij komt dronken thuis en ontvangt het bericht dat zijn moeder overleden is. Op haar begrafenis ontmoet hij een vriend van zijn broer, mijnheer van Schoonbeke. Deze nodigt hem uit om een kaasimportfirma op te richten waar hij dan als alleen-vertegenwoordiger kan functioneren. Hij meldt zich voor vier maanden ziek bij zijn kantoor door zijn broer een doktersverklaring te laten maken.

Laarmans heeft echter veel moeite met de nieuwe kringen waarin hij zich begeeft. Ook heeft hij geen idee wat zakendoen inhoudt. Hij stelt een aantal agenten aan om de verkoop te doen. Tijdens het opstarten van de firma is hij met de meest onbelangrijke dingen bezig, zoals het zoeken naar een bureau en een tweedehands typemachine. Dit terwijl de kaas in grote hoeveelheden aangevoerd wordt. Alles wordt tot in detail verzorgd, maar de bestellingen blijven uit. Wel wordt hij tot vice-voorzitter van de Association Professionelle des Negociants en Fromage benoemd. Hij blijkt zeer succesvol in deze functie, maar wil liever kaas verkopen. Boorman adviseert hem op het gebied van zakendoen. Laarmans schijnt echter iets tegen Kaas te hebben, hij kan zich er niet toe verzetten, een kaaswinkel te betreden. Afgezien van een paar kazen die hij tegen inkoopprijs aan kennissen kwijtraakt, verkoopt hij niets. Zijn zoon Jan is wel in staat een kist met kaas te verkopen. Aan het eind van het verhaal ligt er nog twintigduizend kilo kaas in de opslagruimte en keert hij terug naar zijn kantoorbaan.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb